zondag 26 juli 2020

EerlIk

Het wordt vaak gezegd van autisten en ook voor mij is het waar: ik ben ontzettend eerlijk. Maar ook een beetje té. Sinds ik weet dat ik anders ben ("atypisch"), herinner ik me steeds meer situaties waarin die eerlijkheid zorgde voor vreemde, onduidelijke en soms ronduit gênante situaties.

Met Grote Boze Ex bijvoorbeeld.
(Ik mag hem eigenlijk niet zo noemen; hij is verantwoordelijk voor zo'n 90% van mijn trauma-narigheid, die na 3 intensieve maandenlange behandelingen nog onverminderd aanwezig is en gelukkig nu redelijk onder controle met medicatie.)
Met Grote Boze Ex kreeg ik eens zomaar ruzie over de uitzet van een niet-bestaande baby. Uit het niets vroeg hij hoe belangrijk ik traditie vond, zoals spullen uit de familie. Want zijn toekomstig nageslacht moest en zou in het houten kribje waar al drie generaties in hadden gelegen. Waarop ik zei dat die van Ikea waarschijnlijk comfortabeler, schoner en praktischer waren en vermoedelijk minder houtworm bevatten. Hij was behoorlijk pissig (en gelukkig in het openbaar).

Niet veel later verliep de ontmoeting met zijn ouders ook niet prachtig. Moeder Ex vroeg al snel of ik van kinderen hield. Ze overviel me zo met haar vraag dat enige tact niet meer mogelijk was. Dus ik antwoordde: "Nou nee, eigenlijk heb ik er best een hekel aan." "Ook kleine kinderen?" "Ja, die vooral, die zijn zo vies!" Waarna ze me vertelde dat de zus van Ex met haar tweejarige zoontje zo zou komen. Een lange, pijnlijke stilte was het gevolg. Het zou daarna niet meer goedkomen tussen ons.

Schoonouders zijn altijd heel eng voor mij geweest. Ze willen van alles weten en ik wil zo graag aardig gevonden worden, dat ik door de stress vaak juist de verkeerde dingen zeg. De eersten, van mijn jeugdliefde, waren op zich heel vriendelijk, maar ik kon van de zenuwen geen normaal gesprek met ze voeren. Zijn moeder had een appeltaart gebakken. Best lekker, tot ik er een haar in vond. En mijn primitieve, erg eerlijke reactie het overnam. "Gadverdamme!" riep ik, "er zit een hele haar in!", terwijl ik er langzaam aan trok om hem eruit te halen. Lang, blond, gekruld; duidelijk van zijn moeder. No way dat ik dat stuk nog op ging eten! Achteraf zie ik pas hoe lullig mijn reactie was, zeker nadat ik geen ander stuk wilde "omdat daar ook haren in kunnen zitten".

Wie eerlijkheid belangrijk vindt, heeft aan een autist een hele goeie. Maar tact zit niet altijd bij dat pakketje inbegrepen.

zaterdag 25 juli 2020

AutIkme

Ik ben gewoon heel geordend. Dacht ik. Ik ruim gewoon graag op een logische manier op. Ik ben gewoon graag bezig met systeempjes, met samenvatten, met handige dingen bedenken. Ik zet gewoon graag spullen netjes neer. Ik let goed op wat anderen doen en hoe; dat neem ik over. Want ik voel me graag "gewoon". Ik word rustig van orde en ben heel sfeergevoelig. Van mij hoeft de radio of de tv niet aan. En ik ben vast niet de enige die enorme angst heeft om iets te zeggen in een vergadering. Maar misschien ben ik wel de enige die gesprekken voorbereidt in haar hoofd, met allerlei wendingen erbij, zodat het er later vloeiender uitkomt. Ik hou van duidelijkheid. Straks of zometeen zegt me niets: over hoeveel minuten bedoel je? En als ik iets beloof, kom ik het letterlijk na. Andersom verwacht ik dat ook. Niet half of ongeveer. Wat ik zeg, bedoel ik precies zo. Niet met iets erachter, geen verborgen boodschap. Gewoon, precies zoals ik zeg.

Niet dus. Twee jaar geleden - op mijn 38e - bleek ik een vorm van Autisme te hebben, die vroeger Asperger werd genoemd. En met terugwerkende kracht ben ik dus helemaal niet zo gewoon. Mijn hersenen werken anders, ze zijn anders bedraad en daardoor kost het verwerken van informatie en het leggen van verbanden mij veel meer tijd en energie dan "gewone" mensen. Ik krijg alles op 6 kanalen binnen (hoewel dat wisselt natuurlijk) en bepalen wat belangrijk is, kost moeite. Maar in al die jaren heeft niemand dat gezien. Ik zoek patronen, overal waar ik ben. Als kind al in stoeptegels als ik even moest wachten. Als volwassene ook en ik kan me er oprecht aan storen als iemand een draad op het dak heeft vastgezet en dan eenmaal niet het juiste aantal dakpannen tussenruimte heeft gehouden. Ik leg mijn spullen recht en logisch neer, afwas wordt direct afgespoeld en in de machine gedaan, ik heb spullen en shirts in even aantallen en mijn kleding is geordend naar warmte, materiaal en vervolgens op kleur (ja, zoveel kleding heb ik dus). Als het ergens druk is, wil ik vluchten. Zonder oordopjes en rustgevende medicatie ben ik al snel niet meer aanspreekbaar. Met mijn lijf ben ik onhandig. Met mes en vork eten kan ik nog steeds niet: ik wissel af zodat ik allebei met rechts gebruik. De gymjuf kwam eens naast me lopen met het commentaar "wat ren jij raar". Zonder uit te leggen hoe ik dan wél moest rennen. En ik stoot me regelmatig. Maar daar heeft ook nooit iemand naar gevraagd. Blijkbaar is het allemaal niet opgevallen.

Ik heb WO niveau en heb na het gymnasium een universitaire studie afgerond. Ik heb ook op dat niveau gewerkt. De middelbare school was qua lessen relatief makkelijk. De tijd ertussen lastiger. Mijn bijbaantje als caissière was een mazzeltje: het was in de avond, toen supermarkten pas net na vijven open bleven. Heerlijk rustig. Op de uni had ik amper colleges, het was vooral zelfstudie en dat heeft ook veel gescheeld. Bijbaantjes waren net te doen. Later op mijn werk werd ik gek van de stress als ik moest overleggen of als de telefoon ging, maar dat heette onzeker. Doordat ik mezelf constant stoerder voordeed dan ik was, werd mijn enorme onderliggende angst gelukkig niet opgemerkt. En dat ik het af en toe niet meer kon overzien, evenmin. Ik werkte keihard om "gewoon" te zijn: een dagelijkse dubbeltaak. Heel lang was dat nog net genoeg. Maar als ik op mijn lichamelijke klachten niet was uitgevallen, had het niet lang geduurd voordat de stress de strijd zou winnen.

Pas nu ik een in Autisme gespecialiseerde begeleidster heb, leer ik wat "mijn" Autisme precies inhoudt en dat is verrekte confronterend. Ze komt zoveel mogelijk aan huis en is nauw betrokken bij wat ik doe. Dus weet ze precies de vinger op de zere plek te leggen. Ik leer van haar veel meer dan van de modules bij de GGz, die ik uiteraard gevolgd heb. Sinds een paar weken ben ik bijvoorbeeld bezig mijn woonkamer te veranderen en dat vindt zij wel erg snel gaan. Ze linkt mijn enorme vermoeidheid van de afgelopen weken daaraan en zegt dat ik er voorlopig mee moet stoppen. En dat voelt zó oneerlijk. Want een ander kan dat wél. Gelukkig staan er alleen nog een paar lampen op de planning. Ze gaat het me binnenkort uitleggen. Eerst moet ik uitrusten. Ik zit nu op een hele fijne plek die speciaal daarvoor bedoeld is. 4 dagen rust, niets doen en niemand hoeven spreken. Heerlijk.

Tot gauw!